Hoe werkt de wettelijke verdeling?
De wettelijke verdeling geldt als de overledene geen testament had en op het moment van overlijden getrouwd (of geregistreerd partner) was en 1 of meer kinderen had. Het gaat om kinderen die eigen kinderen waren door geboorte of erkenning, of geadopteerde kinderen.
De wettelijke verdeling met een testament
In een testament kan van de wettelijke verdeling worden afgezien, maar dat hoeft niet. In een testament kan ook worden bepaald dat de wettelijke verdeling wordt uitgebreid, en bijvoorbeeld ook geldt voor pleegkinderen of stiefkinderen.
Wat gebeurt er bij een wettelijke verdeling?
Bij een wettelijke verdeling zijn de echtgenoot of geregistreerd partner van de overledene en de kinderen voor gelijke delen erfgenaam. Maar de hele erfenis (bezittingen en schulden) gaat eerst naar de echtgenoot van de overledene.
De kinderen hebben wel recht op een deel van de erfenis - hun wettelijk erfdeel - maar zij krijgen dit nog niet. In plaats daarvan krijgen zij een vordering op de langstlevende ouder ter grootte van hun erfdeel. Deze vordering is pas opeisbaar als de langstlevende ouder komt te overlijden.
De langstlevende ouder en de kinderen moeten erfbelasting betalen over hun wettelijk erfdeel. De kinderen moeten dus ook erfbelasting betalen over hun vordering die pas na overlijden van de langstlevende ouder opeisbaar is.
-
Voorbeeld van de wettelijke verdeling
Een overledene laat een echtgenoot en 2 kinderen achter. Het echtpaar had een woning met een waarde van € 300.000 en € 60.000 spaargeld. Het echtpaar had geen afspraken gemaakt over huwelijkse voorwaarden. Er is geen testament. De ene helft van alle bezittingen is van de overledene en de andere helft is van de echtgenoot. De erfenis is dus € 180.000, samengesteld uit de helft van de waarde van de woning plus de helft van de waarde van het spaargeld.
Er zijn 3 erfgenamen: de echtgenoot en de 2 kinderen. Elke erfgenaam krijgt 1/3 deel van de erfenis. Zij erven dus ieder € 60.000. Maar de hele erfenis gaat direct naar de echtgenoot van de overledene. Deze langstlevende ouder heeft dan een schuld van € 60.000 aan elk kind. En elk kind heeft een vordering op de langstlevende ouder van € 60.000. De langstlevende ouder heeft een woning van € 300.000, € 60.000 spaargeld en een totale schuld van € 120.000 aan de 2 kinderen.
De 2 kinderen zijn allebei erfbelasting verschuldigd over de waarde van hun vordering van € 60.000. Omdat de kinderen een niet opeisbare vordering krijgen, moet de langstlevende ouder de erfbelasting voorschieten. Deze belasting wordt verrekend met de vordering van de kinderen op de langstlevende ouder, zodat de vordering lager wordt.
Als ook de langstlevende ouder overlijdt, krijgt elk kind eerst het eigen deel van € 60.000. Over de waarde van hun eigen deel is al erfbelasting betaald, dus dat hoeven ze niet nog eens te doen. Als de langstlevende ouder overlijdt bestaat het vermogen van de langstlevende ouder uit de woning en spaargeld. De woning is in waarde gestegen en is inmiddels € 320.000 waard. Van het spaargeld is nog een bedrag van € 30.000 over. Het vermogen van de langstlevende ouder is € 350.000. De langstlevende ouder heeft nog een schuld van € 60.000 per kind (€ 120.000 totaal). De belaste erfenis van de langstlevende is daarom € 230.000 (€ 350.000 - € 120.000). Hiervan krijgt elk kind de helft, namelijk € 115.000. Over dit bedrag moeten zij nu erfbelasting betalen.
Wie doet aangifte en wie betaalt de erfbelasting?
Bij een wettelijke verdeling moeten zowel de langstlevende ouder als de kinderen aangifte doen voor de erfbelasting, tenminste - als hun erfdeel hoger is dan de vrijstelling.
Omdat de kinderen moeten wachten op hun wettelijk erfdeel, schiet de langstlevende ouder de erfbelasting voor. Dit vermindert dan de schuld van die ouder aan de kinderen. De kinderen krijgen wel een aanslag erfbelasting, maar deze wordt betaald door de executeur. Is er geen executeur? Dan betaalt de langstlevende ouder de erfbelasting.
Kan de langstlevende ouder de erfbelasting (voor zichzelf en voor de kinderen) niet betalen, omdat de erfenis hoofdzakelijk uit een woning bestaat? Dan kan na ontvangst van de aanslag uitstel van betaling worden aangevraagd. Dit kan ook in de aangifte erfbelasting. Daarover leest u meer in de aangifte.
Het eerder uitbetalen van een erfdeel
Kiest de langstlevende ouder ervoor om het erfdeel van de kinderen eerder uit te betalen? Dan kan dit een schenking zijn waarover schenkbelasting betaald moet worden. Denkt u erover na om een erfdeel eerder uit te betalen? Vraag dan advies aan uw notaris of belastingadviseur.
Hoe wordt de waarde van de erfdelen berekend voor de erfbelasting?
Voor de berekening van de erfbelasting wordt het erfdeel van de langstlevende ouder mogelijk met een bedrag vermeerderd. En het erfdeel van de kinderen wordt mogelijk met hetzelfde bedrag verminderd. Dit bedrag bestaat uit de waarde van het voordeel dat de langstlevende heeft bij het blijven gebruiken van de erfdelen van de kinderen.
De waarde van dit voordeel is afhankelijk van:
-
een eventueel afgesproken rente
Wordt voor het blijven gebruiken van de erfdelen door de langstlevende ouder een rente aan de kinderen betaald die hoog genoeg is? Dan wordt voor het berekenen van de erfbelasting de erfdelen van de langstlevende ouder en de kinderen niet vermeerderd met een voordeel of verminderd met een nadeel.
Een rente die als hoog genoeg wordt gezien bedraagt 6% samengesteld of meer. Samengestelde rente betekent dat er elk jaar rente wordt berekend over het hoofdbedrag inclusief de rente van het afgelopen jaar. -
de leeftijd van de langstlevende ouder
Wordt er geen of te weinig rente betaald door de langstlevende ouder aan de kinderen? Dan ontstaat voor de langstlevende ouder een voordeel en voor de kinderen een nadeel. Als de 1e ouder vrij jong overlijdt, is het nadeel dat de kinderen hebben groter. Zij moeten namelijk langer wachten tot zij hun vordering kunnen opeisen. Hoe ouder de langstlevende ouder is, hoe kleiner dit nadeel. De factor die bepaalt hoe groot dit nadeel is voor de kinderen, en dus het voordeel voor de langstlevende, staat in de tabel 'Vermenigvuldigingsfactor bij variabele looptijd'.
Tabel: Vermenigvuldigingsfactor bij variabele looptijd Leeftijd Factor Jonger dan 20 jaar 16 Van 20 tot 30 jaar 15 Van 30 tot 40 jaar 14 Van 40 tot 50 jaar 13 Van 50 tot 55 jaar 12 Van 55 tot 60 jaar 11 Van 60 tot 65 jaar 10 Van 65 tot 70 jaar 8 Van 70 tot 75 jaar 7 Van 75 tot 80 jaar 5 Van 80 tot 85 jaar 4 Van 85 tot 90 jaar 3 Ouder dan 90 jaar 2
Hoeveel erfbelasting u betaalt, hangt af van de afgesproken rente
-
Is er geen rente afgesproken?
Dan wordt het voordeel dat de langstlevende ouder heeft, en het nadeel wat de kinderen hebben, berekend via de tabel 'Vermenigvuldigingsfactor bij variabele looptijd'. De factor uit deze tabel wordt vermenigvuldigd met een percentage van 6%. Dit voordeel voor de langstlevende ouder of nadeel voor de kinderen wordt vervolgens vermeerderd of verminderd met het verkregen erfdeel. Over het bedrag wat hieruit volgt, betalen de erfgenamen erfbelasting.
Voorbeeld 1 (geen rente afgesproken)
Jonas (67) overlijdt en er is geen testament. Jonas is in gemeenschap van goederen getrouwd met Angela (66) en ze hebben 2 kinderen. Samen hadden zij € 600.000 aan bezittingen.
Doordat Jonas en Angela in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, is de nalatenschap de helft: € 300.000. De nalatenschap bestaat uit 3 gelijke erfdelen van € 100.000: 1 erfdeel van Angela, 1 erfdeel van het 1e kind en 1 erfdeel van het 2e kind.
De waarde van het voordeel voor de langstlevende ouder is dan € 100.000 × 6% × factor 8 = € 48.000. De erfbelasting voor de kinderen wordt dan berekend over € 100.000 - € 48.000 = € 52.000. De erfbelasting voor Angela wordt berekend over € 100.000 + 2 × € 48.000 = € 196.000.
Voorbeeld 2 (geen rente afgesproken)
Elena (67) overlijdt en er is geen testament. Elena is in gemeenschap van goederen getrouwd met Noor (66) en ze hebben 1 zoon, Luca. Samen hadden zij € 500.000 aan bezittingen.
Doordat Elena en Noor in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, is de nalatenschap de helft: € 250.000. De nalatenschap bestaat uit 2 gelijke erfdelen van € 125.000: 1 erfdeel van Noor en 1 erfdeel van Luca.
De waarde van het voordeel voor de langstlevende ouder is dan € 125.000 × 6% × factor 8 = € 60.000. De erfbelasting van Luca wordt berekend over € 125.000 - € 60.000 = € 65.000. Noor betaalt erfbelasting over € 125.000 + € 60.000 = € 185.000.
Wat gebeurt er bij het overlijden van de langstlevende?
Zoon Luca krijgt bij het overlijden van zijn moeder Elena een vordering op zijn moeder Noor van € 125.000. Maar de erfbelasting wordt berekend over € 65.000. Als aan het vermogen niks veranderd is, krijgt Luca bij het overlijden van Noor € 500.000 - € 125.000 = € 375.000. Over dat bedrag berekenen wij dan erfbelasting.
-
Is er 6% samengestelde rente afgesproken?
Dan gaan wij ervan uit dat de langstlevende ouder geen voordeel heeft bij het blijven gebruiken van de erfdelen van de kinderen. De kinderen hebben geen nadeel omdat ze rente betaald krijgen. De erfbelasting wordt berekend over de erfdelen zonder deze met een voordeel te vermeerderen of met een nadeel te verminderen. Elke erfgenaam betaalt dus erfbelasting over zijn volledige verkrijging.
Voorbeeld (6% samengestelde rente afgesproken)
Mia is getrouwd met Ken. De huwelijkse gemeenschap heeft bij het overlijden van Mia een waarde van € 1.200.000 en er zijn 2 kinderen. De rente uit het testament is op 6% samengestelde rente bepaald. De nalatenschap van Mia is € 600.000. Ken krijgt het vermogen en de beide kinderen krijgen een vordering op Ken van ieder € 200.000. Zowel Ken als de kinderen betalen elk over € 200.000 erfbelasting.
Wat gebeurt er bij het overlijden van de langstlevende?
Als Ken 10 jaar later overlijdt, is de schuld door de rente opgelopen met € 316.000. Als het vermogen gelijk is gebleven, is Kens nalatenschap € 1.200.000 - € 400.000 - € 316.000 = € 484.000. Elk kind krijgt dus de helft van € 484.000 = € 242.000. Over dat bedrag berekenen wij dan erfbelasting.
-
Is er minder dan 6% samengestelde rente afgesproken?
Door het betalen van rente krijgen de kinderen feitelijk al het genot van het stukje erfenis. Tegelijkertijd wordt ook het voordeel van de langstlevende ouder minder. Het jaarlijkse voordeel of nadeel wordt gesteld op de 6% verminderd met het samengestelde rentepercentage dat is afgesproken. Dit verschil wordt vervolgens vermenigvuldigd met de leeftijdsfactor uit de tabel 'Vermenigvuldigingsfactor bij variabele looptijd'. Het voordeel voor de langstlevende ouder of nadeel voor de kinderen wordt vervolgens vermeerderd of verminderd met het verkregen erfdeel. Over het bedrag dat hieruit volgt, betalen de erfgenamen erfbelasting.
Wordt de rente elk jaar alleen berekend over de hoofdsom en is er dus sprake van een enkelvoudige rente? Dan moet deze enkelvoudige rente eerst worden omgerekend naar een samengestelde rente, zodat er ook rente wordt berekend over de rente. Dit gebeurt aan de hand van de statistische levensverwachting volgens het CBS.
Voorbeeld (minder dan 6% samengestelde rente afgesproken)
Hassan (57) overlijdt en laat zijn vrouw Inge (60) en een dochter Pauline na. De nalatenschap is € 300.000. In het testament staat dat er sprake is van een wettelijke verdeling, met een enkelvoudige rente van 7%.
Allereerst moet de 7% enkelvoudige rente omgerekend worden naar een samengestelde rente. De statistische levensverwachting van Inge is 24,7 jaar. Een enkelvoudige rente van 7% komt overeen met een samengestelde rente van 4.2%. Het verschil met 6% is dan 1,8%.
De waarde van het voordeel voor de langstlevende ouder is dan € 150.000 × 1,8% × factor 10 = € 27.000. De verkrijging van Pauline voor de erfbelasting is dan € 150.000 - € 27.000 = € 123.000, de verkrijging van Inge is € 150.000 + € 27.000 = € 177.000.
Wat gebeurt er bij het overlijden van de langstlevende?
Als Inge 20 jaar later overlijdt is het vermogen aangegroeid tot € 500.000. Doordat er een rente is afgesproken is de vordering gegroeid met € 150.000 × 7% × 20 = € 210.000 en is dan in totaal € 210.000 + € 150.000 = € 360.000. De verkrijging voor de erfbelasting bij het overlijden van Inge is dan € 500.000 - € 360.000 = € 140.000.
-
Is er meer dan 6% samengestelde rente afgesproken?
Wanneer er te hoge rentes worden afgesproken, kent de wet een beperking. Als er een rente wordt afgesproken die hoger is dan een samengestelde rente van 6%, dan wordt dit alsnog bij het overlijden van de langstlevende fictief belast. Er wordt dan een bijtelling toegepast op de verkrijging van de kinderen. Bij het eerste overlijden betalen de erfgenamen over hun volledige verkrijging erfbelasting.
Voorbeeld (meer dan 6% samengestelde rente afgesproken)
Lara is getrouwd met Tom. De huwelijkse gemeenschap heeft bij het overlijden van Lara een waarde van € 1.200.000 en er zijn 2 kinderen. De rente uit het testament is op 8% samengestelde rente bepaald. De nalatenschap van Lara is € 600.000. Tom krijgt het vermogen en de beide kinderen krijgen een vordering op Tom van ieder € 200.000. Zowel Tom als de kinderen betalen elk over € 200.000 erfbelasting.
Wat gebeurt er bij het overlijden van de langstlevende?
Als Tom 10 jaar later overlijdt, is de schuld door de rente opgelopen met € 463.000. Met een rentepercentage van 6% zou deze toename € 316.000 zijn geweest, een verschil van € 147.000. Als het vermogen gelijk is gebleven, is Toms nalatenschap € 1.200.000 - € 400.000 - € 463.000 = € 337.000. Elk kind krijgt dus de helft van € 337.000 = € 168.500. Maar de bovenmatige rentevergoeding wordt voor de berekening daar nog bij opgeteld. Dit maakt de verkrijging per kind € 168.500 + € 73.500 (de helft van € 147.000) = € 242.000.
Gevolgen van rente afspreken bij het eerste en tweede overlijden
Door een rente af te spreken wordt bij het eerste overlijden van een ouder meer belasting betaald door de kinderen. Zij hebben er namelijk minder nadeel van dat de langstlevende hun erfdeel blijft gebruiken. Voor de erfbelasting wordt hun erfdeel daardoor niet verminderd met een nadeel. Dit kan nadelig zijn als de kinderen of langstlevende ouder niet genoeg geld hebben om na het eerste overlijden veel erfbelasting te betalen. Bijvoorbeeld doordat het grootste deel van de erfenis bestaat uit een woonhuis en weinig spaargeld.
Een rente afspreken zorgt bij het overlijden van de langstlevende ouder juist voor minder erfbelasting voor de kinderen. Door de rente die de langstlevende ouder moest betalen, is de schuld aan de kinderen steeds groter geworden. Deze schuld wordt bij het overlijden van de langstlevende ouder afgetrokken van het erfdeel van de kinderen. Een kleiner erfdeel zorgt voor minder erfbelasting.
Let op!
Neem bij vragen over dit onderwerp contact op met uw notaris of belastingadviseur.